Een tweede kans

Een tweede kans

Tijdens het eerste jaar dat ik studeerde, ging het niet meer. De pijn, eenzaamheid en verwarring dreven me ertoe de pillen te nemen.

Een mist in mijn hoofd die maar niet optrok. Het gevoel hebben dat het leven niets te bieden had. En dat ik alleen voor de grap door God gemaakt was zodat Hij om me kon lachen. Het gevoel dat de dood een eindeloos beter alternatief zou bieden dan het leven zou geven.

Dat waren mijn gedachten en zo voelde ik me terwijl ik opgroeide, tijdens mijn hele middelbare schooltijd, hoewel ik uit een liefdevol gezin kwam dat geloofde en dat me leerde dat we hoop kunnen vinden in God, doordat Jezus aan het kruis voor ons gestorven is. Maar om de een of andere reden legde ik de link niet dat die hoop het antwoord zou zijn op mijn constante wanhoop.

Verpletterende gevoelens van wanhoop

Door de depressie en het gevoel dat ik volledig los stond van alles en iedereen wat er echt toe deed, maakte ik een aantal jaren door waarin ik steeds dieper wegzakte. Af en toe bereikte ik een absoluut dieptepunt en lukte het me daarna om weer een beetje op te krabbelen, maar als ik dan weer wegzakte probeerde ik een einde aan mijn leven te maken.

Het moeilijkste moment kwam tijdens het eerste jaar van mijn studie. Ik dacht dat ik eindelijk ontsnapt was aan de verpletterende gevoelens van wanhoop die ik had gehad toen ik opgroeide. Ik was goed in mijn hoofdvakken, ik was verloofd met een man van wie ik hield, ik had een fantastische baan en heel veel goede vrienden.

Maar tijdens dat eerste jaar liep alles fout. Een vriendin uit mijn kinderjaren kwam om bij een auto-ongeluk. Een paar weken later kreeg ik ruzie met een van mijn goede vrienden en kwam het zo ver dat we niet meer met elkaar praatten. Een paar dagen daarna kreeg ik een telefoontje van mijn ouders om me te vertellen dat mijn vader ziek was en dat hij onderzocht zou moeten worden, omdat ze niet zeker wisten wat er met hem aan de hand was. Tijdens deze periode had ik last van zware migraine. Mijn werk en mijn cijfers begonnen er echt onder te lijden, maar ik dacht: “Het komt allemaal wel goed, want ik heb mijn verloofde nog.” Terwijl dit allemaal speelde vocht ik ervoor om het verborgen te houden en door te gaan en ik vroeg aan God of Hij in wilde grijpen en alles op een of andere manier in orde wilde maken. Twee weken later belde mijn verloofde me op om te vertellen dat hij al twee maanden vreemdging met een van mijn beste vriendinnen.

Op dat moment besloot ik dat ik geen God nodig had die alles waar ik me aan vasthield weggooide. Ik begon me aan andere dingen vast te houden: alcohol, drugs en relaties. Maar tegen het eind van het semester stortte ik in. Ik haatte mezelf om de dingen die ik gedaan had. Ik had het gevoel dat ik niets meer had om voor te leven.

Gods ingrijpen

Als God niet ingegrepen zou hebben in mijn leven, zou ik er nu niet meer zijn. Ik zou mijn familie en vrienden veel lijden aangedaan hebben en ik twijfel er niet aan dat ik niet naar de hemel zou zijn gegaan.

Op een avond begon ik wat pillen te nemen die ik nog had liggen, met de bedoeling een overdosis te nemen. God redde die avond mijn leven door me in slaap te laten vallen voordat ik genoeg pillen kon nemen om echt grote schade aan te richten. Op dat moment wist ik dat ik meer nodig had in mijn leven, meer dan alleen een vrijkaartje naar de hemel. Ik stortte mijn hart uit bij een collega en vriendin, net voor de Kerstvakantie. Ik vertelde mijn hele verhaal aan haar. Zij vertelde me dat geloven in God en Jezus Christus meer betekent dan alleen redding na de dood en dat God ons kracht geeft om dit leven door te komen. God verandert nooit en laat ons nooit in de steek – we kunnen ons vertrouwen volledig op Hem stellen.

Een nieuwe start

Na alles wat er gebeurd was, was ik nog steeds sceptisch, maar ik realiseerde me dat ik nooit echt de controle over mijn leven had gehad en de dingen waar ik tot nu toe mijn zekerheid uit gehaald had, zouden me keer op keer teleurstellen. Twee weken later, op Kerstavond, beleed ik alles aan God, deelde de pijn in mijn hart met Hem, vertelde ik Hem dat ik altijd al in Hem en Zijn redding geloofd had, maar dat ik Hem niet alleen na de dood nodig had, maar ook al in mijn leven nu. Op dat moment gaf ik de controle over mijn leven aan Hem.

Sinds dat moment heeft Jezus me geholpen over mijn angsten en wanhopige gedachten heen te komen. Ik leer meer en meer dat mijn Onwankelbare Redder mijn hoop is. Ik ben erachter gekomen dat ik elk moment van de dag tot Hem kan bidden en dat ik mijn zorgen aan Hem kan geven. Hij heeft me geholpen de pijn van de afgelopen drie jaar aan Hem te geven en om het eindelijk met anderen te gaan delen en erover te praten. En het ene waar ik altijd bang voor was en waar ik altijd voor vluchtte, het delen van Zijn liefde met anderen en het idee van Hem dienen, is nu het verlangen van mijn hart. Ik voel me nu niet langer meer alleen, want Hij heeft niet alleen Zijn liefde laten zien door Zijn Geest die in me werkt, maar Hij heeft me ook goede vrienden gegeven die niet alleen begrijpen wat pijn is, maar ook weten dat God pijn kan veranderen in vreugde. Hoewel ik nooit perfect zal zijn tot de dag dat God me thuis roept en ik naar de hemel zal gaan, verlang ik ernaar om mijn vertrouwen op God te stellen en zijn wil te zoeken voor mijn leven, want dat geeft me de meeste vreugde en vrede.

Ga verder naar “vertel het maar” of neem direct contact op.