Mijn broer pleegde zelfmoord

Mijn broer pleegde zelfmoord

“Je broer is dood.” Mijn vrouw kon de woorden amper over haar lippen krijgen. “Hij heeft zichzelf met een pistool door zijn hoofd geschoten.”

Was er dan niemand?

Het jonge, levenloze lichaam van mijn broer heeft meer dan een week op de koude vloer van zijn appartement gelegen voordat iemand hem vond. Verschillende vragen gingen door me heen. Waarom? Was er dan niemand met wie hij kon praten? En hoe was het mogelijk dat het bijna acht dagen duurde voor het iemand opviel dat hij er niet meer was? Ik voelde me vreselijk schuldig. Had ik hem nou maar beter leren kennen. Had ik hem maar advies kunnen geven en had ik hem maar kunnen verzekeren dat zijn leven heel veel waard was. Maar de harde waarheid is dat ik hem niet kende. Ik had allerlei foto’s van hem van vroeger, maar door een vreemde loop van omstandigheden hadden we elkaar nooit ontmoet of gesproken.

Ik ben de oudste van zeven kinderen. Onze biologische moeder was zo arm dat ze niet voor mij kon zorgen en had mij afgestaan ter adoptie voordat Paul werd geboren. Weer een man met een drankprobleem en vier kinderen later werd Paul geboren. Door het alcohol- en drugsgebruik van zijn vader werd het gezin dakloos en mijn broers en zusje – David (9), Sharon (7), Mark (5) en Paul (2) – zwierven over straat op zoek naar eten. Een voorganger van een kerk gaf hun vader geld om eten te kopen voor de kinderen. Hij volgde hem en zag dat hij het geld gebruikte om drugs te kopen. Hun vader kocht één hamburger voor de vier kinderen en dwong hen om die samen te delen.

Mishandeling

Je zou zeggen dat het niet veel slechter met ze zou kunnen gaan. Maar nadat de behulpzame voorganger de kinderbescherming had gebeld, werden mijn broertjes en zusje bij hun ouders weggehaald en ondergebracht bij pleeggezinnen. De kinderen werden verdeeld over verschillende gezinnen en gingen van gezin naar gezin, waar ze fysiek, mentaal en verbaal mishandeld werden. Tijdens vakanties kreeg mijn oma foto’s van de kinderen met blauwe ogen en andere blauwe plekken. Toen de autoriteiten onverwacht bij één van de pleeggezinnen binnenvielen omdat ze het gezin verdachten van kindermishandeling, vonden ze mijn broer vastgebonden in een kast, met een hondenriem om zijn nek.

Mijn broertjes en zusje gingen verder van het ene slechte pleeggezin naar het andere. Het plan van de regering om meer pleeggezinnen te vinden had een negatief effect. Het extra geld wat er voor uitgetrokken werd, trok mensen aan die de kinderen alleen maar in huis opnamen voor het extra geld wat ze daarvoor kregen. Desondanks kwamen de meeste kinderen vele jaren later, mishandeld en met veel problemen, weer samen, doordat een stel uit New Jersey beloofde hen te adopteren.

Eenzaamheid

Onze biologische moeder was iemand op de grens van genialiteit en waanzin. De meeste van ons kregen bij onze geboorte iets van haar intelligentie en creativiteit mee. Paul was mentaal iets minder snel, waarschijnlijk door het drugsgebruik van zijn vader. Ik was 8 jaar ouder dan Paul en hoewel ik met al mijn andere broertjes en zusjes gepraat had (ook de twee die na Paul geboren waren), heb ik Paul nooit ontmoet of met hem gesproken. Hij was het kleine broertje dat beschermd werd door David, Sharon en Mark. Hij leefde in zijn eigen wereldje. Hij begreep veel dingen niet helemaal, maar hij wist wel dat zijn broers en zus van hem hielden.

Dus waarom? Waarom pleegde hij zelfmoord? Hij had het misbruik uit zijn kinderjaren overleefd en hij was inmiddels zelf volwassen geworden. Er lag een beter leven voor hem. Deze vraag bracht herinneringen bij me boven aan mijn eigen zelfmoordpogingen toen ik een kind was.

Ik was vijftien en vreselijk alleen. Ik herinner me dat ik het album ‘The Wall’ van Pink Floyd luisterde. Nadat ik het nummer ‘Goodbye Cruel World’ had geluisterd, pakte ik een mes en sneed mijn polsen door. Dat was niet de eerste keer. Maar het was wel de eerste keer dat ik in het ziekenhuis terecht kwam.

Ik herinner me dat ik in mijn kamer zat te huilen. Doordat ik erg onzeker was hing ik erg aan iedereen die een beetje stabiliteit bracht in mijn leven. Mijn opa, mijn enige positieve mannelijke rolmodel, was pas overleden. Mijn ouders maakten veel ruzie en het werk van mijn vader en zijn nachtelijke drinkpartijen maakten dat ik me erg onzeker voelde. Mijn moeder ging vaak uit met vrienden, terwijl ze mij alleen achterliet met heel veel tijd om na te denken.

Ik droomde van de hemel

Ik zag een wereld vol met ruzies, haat, boosheid, bedrog, dood en geweld. Ik was artistiek en werd vaak gepest door de stoerdere jongens op school. Ik was wel populair, maar op een of andere manier leek alles oppervlakkig en voelde ik me erg leeg en alleen. Ik las de Bijbel en droomde ervan om naar de hemel te gaan die de Bijbel beschrijft – een plaats gevuld met Gods liefde en vrede, een plaats waar iedereen met elkaar op kan schieten. Ik herinner me dat ik God telkens weer smeekte om mijn leven te nemen en me naar de hemel te laten gaan. Heel wat hechtingen en heel wat bezoekjes aan de psycholoog verder besloot ik om de rit uit te zitten en te stoppen met mijn zelfmoordpogingen.

Er is iets gebeurd wat me totaal heeft veranderd. Op een avond verscheen Jezus aan me in een droom. In de droom zat ik op het strand en Hij liep over het water. Jezus droeg een wijnrood gewaad en er liepen engelen voor hem. Hij leek wel zo groot als een gebouw met zeven verdiepingen. Hij keek me recht aan en zwaaide. Zijn ogen doorboorden me. Ik voelde zijn liefde diep doordringen in mijn ziel en mijn hart. Zijn liefde spoelde als een golf over me heen. Op het moment dat we elkaar aankeken begreep ik eindelijk de liefde van God. Op dat moment realiseerde ik me dat God een doel had met mijn leven. Snel knielde ik neer om Hem te aanbidden en plotseling was de droom weg en lag ik in bed te huilen als een klein kind.

Bestemming bereikt

Jarenlang had ik gedacht dat mijn leven een fout was. God maakt geen fouten. Hij heeft een doel met me. Zelfs als er niemand anders van me zou houden, dan houdt God nog steeds van me. Jezus Christus hield zo veel van me dat Hij zelfs bereid was om voor me te sterven aan het kruis. Hoewel Hij me zou gaan gebruiken om dingen te doen waardoor ik de komende jaren voor veel mensen iets zou betekenen (ik leidde onder andere hulpverlening voor daklozen op de plek waar Paul als kind dakloos was geweest), was Hij niet geïnteresseerd in mijn talenten of het werk dat ik zou kunnen doen. Zijn interesse ging uit en gaat uit naar mijzelf. Hij wil een relatie met mij. De jaren nadat ik tot bekering was gekomen heeft God mijn leven enorm gezegend. Ik had geen idee hoe fantastisch mijn leven zou worden en verdrietig genoeg zou ik die zegeningen nooit ervaren hebben als mijn zelfmoordpogingen gelukt zouden zijn.

Jezus houdt ook van Paul. God had een doel met Pauls leven. Helaas heeft Paul dat doel nooit gevonden. Ik vraag me af of iemand Paul over Gods liefde heeft verteld, of over redding en genade. Ik ben me gaan realiseren dat God bij me was tijdens die momenten in mijn leven dat ik ontzettend eenzaam was. Hij hield me vast toen ik in de duisternis zat. Toen mijn hart brak, brak Zijn hart ook. Gods hart is nog steeds gebroken om Paul, en breekt om elk van Zijn schepselen die denkt dat het leven niet de moeite waard is.

Ga verder naar “vertel het maar” of neem direct contact op.